De referentiecode wordt uitgebreid met een standaardcode achter de referentiecode, waarbij deze wordt gescheiden door:
- een . als het om een identificatie gaat van een object;
- een : als het om een codificatie gaat onder verwijzing naar het wetsartikel.
En dit zegt de Beschrijving velddefinities RGS:
Bij uitbreiding van het grootboekschema met extensies worden deze achter de referentiecode opgenomen:
- gescheiden door een . als het gaat om identificatie;
- gescheiden door : als het gaat om codificatie (zie hierna).
Dat is redelijk helder. Dus ik kan volgens mij bijv. een IBAN-rekeningnummer toevoegen aan “Rekening-courant bank groep 1” (waarvan ik de beschrijving sowieso mag aanpassen van de standaard) door het IBAN-nummer achter de referentiecode (“BLimBanRbaBg1”) te plakken, gescheiden door een punt: BLimBanRbaBg1.NL91INGB0007123456. Of, in het geval dat ik aan wil haken op het grootboek (i.p.v. “mutatie”)-niveau daarboven: BSchSakRba.NL91INGB0007123456.
Waar ik echter geen chocola van kan maken is wat ik dan met het referentienummer aan zou moeten. (Ik ben geneigd daar dan ook maar helemaal van af te stappen voor mijn eigen boekhouding. Maar misschien gaat het gebrek aan ouderwetse grootboekrekeningnummers dan in de weg zitten voor de interoperabiliteit met evt. software die mijn toekomstige boekhouders gebruiken.)
Dit zet de pagina Het werken met extensies erover:
Extensies worden als volgt toegevoegd:Let op! De negende positie is niet bedoeld voor een volgnummering van de extensie (hiervoor wordt positie 6 en 7 voor grootboekrekeningen, dan wel 7 en 8 voor mutaties gebruikt), maar alleen om de aard op basis van de afkomst van de extensie aan te duiden.
- Het referentiegrootboeknummer wordt in de volgnummering ingepast, waarbij op de negende positie de aard van de extensie door middel van de extensiecode wordt gedefinieerd (zie ook handleiding velddefinities RGS):
- Standaard staat de extensicode op de negende positie in RGS op '0'. Door middel van extensies kan het schema worden uitgebreid. Hierbij worden de volgende extensiecodes gehanteerd:
- 0: standaard RGS
- 1: Fiscaal
- 2: Branche
- 3: Concern
- 4: Onderneming
- 5/9: vrij te gebruiken
En dit zegt Beschijving velddefinities RGS erover:
Standaard staat de extensicode op de negende positie in RGS op '0'. Door middel van extensies kan het schema worden uitgebreid. Hierbij worden de volgende extensiecodes gehanteerd:
- 0: standaard RGS
- 1: Fiscaal
- 2: Branche
- 3: Concern
- 4: Onderneming
- 5/9: vrij te gebruiken
Wat me hier aan verwart is dat de grootboekreningen in het schema uit maar 7 cijfers bestaat. En de zogenaamde “mutaties” – wat ze met een “mutatie” bedoelen lijjkt niet duidelijk gedefiniëerd – bestaan uit 9 getallen, waarbij de eerste 7 en de laatste 2 getallen door een punt gescheiden zijn. Ik begrijp dus niet goed wat ze bedoelen met dat de extensiecode op de negende positie standaard op ‘0’ staat. Alleen als ze de punt meetellen en het beschrevene uitsluitend voor niveau 5 (die zgn. “mutaties”) geldt kan ik dit rijmen met wat er in het referentie grootboekschema staat.
Het wordt nog extra verwarrend als ik de volgende tekst onder Beschijving velddefinities RGS lees:
Het referentiegrootboeknummer bestaat uit negen cijfers:
- positie 1 en 2 voor de hoofdrubriek: deze nummering staat min of meer vast zolang men aan wil sluiten bij het decimale rekeningstelsel;
- positie 3 en 4 voor de grootboekrubriek binnen de hoofdrubriek: hierbinnen is ruimte voor het aanleggen van deelrubrieken die wel moeten worden doorgenummerd;
- positie 5 en 6 voor de grootboekrekening binnen de rubriek: hierbinnen kan eveneens worden doorgenummerd;
- positie 7 en 8 voor de mutatie binnen de grootboekrekening: hierbinnen kan ook verder worden doorgenummerd als voor mutaties verschillende transactiesoorten moeten worden onderscheiden;
- positie 9 voor de extensiecode van de grootboekrekening
Want hier wordt weer niet het onderscheid gemaakt tussen die 7- en negen-cijferige codes, waarin op de pagina over extensies wel word gerept:
Let op! De negende positie is niet bedoeld voor een volgnummering van de extensie (hiervoor wordt positie 6 en 7 voor grootboekrekeningen, dan wel 7 en 8 voor mutaties gebruikt), maar alleen om de aard op basis van de afkomst van de extensie aan te duiden.
Kortom: het is me niet duidelijk hoe ik zou kunnen nummeren conform de standaard als ik mijn nummering wil uitbreiden (conform de standaard), om in lijn te zijn met bijv. IBAN-nummers waarmee ik de referentiecodering wil uitbreiden. Concreet: wat zoude valide grootboeknummers zijn passend bij bijv. BLimBanRbaBg1.NL91INGB0007123456 of BSchSakRba.NL91INGB0007123456.
Overigens lijkt de volgende veldbschrijving van boekhoudplaza.nl beter in overeenstemming met wat ik werkelijk in de RGS bestanden zie: https://www.boekhoudplaza.nl/wiki_uitleg/21&bronw=1/RGS_Grootboek_Referentienummer_toegelicht.htm. En ik zie nu ook dat zij hun beklag doen over deze onduidelijkheden.
PS1: IBAN-nummer is trouwens maar een voorbeeld. In werkelijkheid wil ik de activiteitencodes die de Portugese fiscus hanteert verwerken in mijn grootboekschema.
PS2: Ik ben me bewust dat het volgen van de referentienummer volgens de standaard niet nodig is. Maar ik ben me ook bewust dat dit een omstreden standpunt is (wat betreft boekhoudplaza.nl).